Wat is de betekenis van spies?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPIES

v. (-en), 1. steekwapen of werptuig, bestaande uit een lange houten steel met een metalen punt: de spies is lichter dan de speer en was een wapen voor voetknechten ; 2. (plantk.) zekere bloeiwijze, t.w. een ineengedrongen pluim; 3. eerste gewei van een hertekalf, de stangen van het eerste jaar.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

spies

(1992) (inf.) mannelijk geslachtsdeel. Vgl. speer*. • De bisschop wou weten, of Guus bereid was met zijn spies de kleine kut van Odiletje te doorboren,... (Louis Paul Boon: Eens, op een mooie avond. 1992)

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spies

spies - Zelfstandignaamwoord 1. stokje met daaraan vlees geregen Synoniemen vleesspies

2025-07-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Spies

Hendrik (‘GH.’); geb. Zutphen, ged. 25 mei 1775, overl. Zutphen 29 december 1841. Tekenleraar aldaar, tevens aquarellist en tekenaar van stadsgezichten, meestal van zijn geboorteplaats. Signeerde dikwijls, ten onrechte, G. H. Spies.ZUTPHEN -Stedelijk Museum: aquarellen, tekeningen (potlood, sepia en O.I. inkt), voorstellende stadsgez...

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

spies

lans, speer.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spies

s., spear, speetse.

2025-07-28
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

SPIES

steekwapen of werktuig, bestaande uit een lange houten steel met van voren brede metalen punt. De s. is lichter dan speer of lans en vormde een wapen voor voetknechten. Het woord s. is in de St. Vert. de weergave voor verschillende Hebr. woorden. Soms is de vertaling lans beter, b.v. 1 Sam. 17 : 7. De schacht van zijn lans was zo dik als een wevers...

2025-07-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

spies

zie: bages.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spies

v. spiesen (lans, piek).