Wat is de betekenis van SPECTAKEL?

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

spectakel

spectakel - o., schouwspel, vertooning; rumoer; „spectakelmaken” : leven, gedruisch maken; „spectakelstuk”: tooneelstuk, waarin optochten, dansen, dikwijls zang, groote tooneelveranderingen, enz., voorkomen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPECTAKEL

SPECTAKEL - o. (-s), zie SPEKTAKEL.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

spectakel

spectakel - o. schouwspel; schouwburg; rumoer, opschudding

Gerelateerde zoekopdrachten