SPANIEL
(Eng.), m. (-s), hond met lange beharing en plat afhangende oren.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
kleine, langharige jachthond. kleine, langharige jachthond met plat afhangende oren, onderscheiden in verschillende rassen waarvan de cockerspaniël het meest bekende ras is. Voorbeelden: Ze kent de categorieën hondenbazen nog precies. De God, met zijn behaagzieke bordercollie [...]; de Advocaat, die de trimmer met het beblo...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. spaniël van OFr. espagneul, van Sp. español = Spaans, van España = Spanje, Lat. Hispania] bep. kleine jachthond voor waterwild.
drs. L.A. Beeloo (1981)
een groep van kortpotige, Engelse honderassen, die men als drijfhonden bij de korte jacht gebruikt. Zij worden 40-50 cm hoog.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: