soupeuse
(Fr.) v. dame, die op een bal met een heer soupeert; ook: voorname c o c o l l e die met heren gaat souperen in dure gelegenheden. soupir, (Fr.) m. zucht; kwart-rust. souple, (Fr.) buigzaam, lenig; gedwee, handelbaar. souplesse, (Fr.) v. buigzaamheid, lenigheid. source, (Fr.) v. bron, oorzaak; handelsbron, waar men de waar uit de eerste hand b...