Wat is de betekenis van Soof?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOOF

(<Hebr.), in., (Barg.) gulden.

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

soof

1) (19e eeuw) (Barg.) gulden. Kijk onder sjoof! • Soof, gulden. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch) • Nou, leen me dan nou maar een zoof, Piet... (Bernard Canter: Twee weken bedelaar. 1900) • Meheer Boassohn - uwes zel 'm wel kanne, van de firma Boassohn en Krotekoker, makelaars in vodde -...

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

soof

(Barg.) gulden. Kijk onder sjoof (2)*.

2025-07-23
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Soof

Soof - scheldwoord. Soof! Je lult als een boek. - Klikspaan, Studentenleven (1844) ​

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Soof

gulden (Barg.)

2025-07-23
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Soof

zie zoof.

2025-07-23
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

soof

ik heb je Zaterdag nog beis soof geschokt, twee gulden gegeven.

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

soof

m. gulden.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Soof

Marktwoord voor gulden (uit het Hebreeuwsche zohof: zilverling).