SONOMETER
m. (-s), (muz.) toon-, klankmeter, toestel dat dient om de dwarstrillingen der snaren te bestuderen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (muz.) toon-, klankmeter, toestel dat dient om de dwarstrillingen der snaren te bestuderen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(< Lat. sónus = klank, toon, + → -meter). Instrument voor het meten van trillingen van snaren; klankmeter.
Herman Pinkhof (1923)
(sonus, toon), instrument om het gehoor, in het bijzonder het vermogen tot onderscheiding van verschillen in toonhoogte te meten.
dr. H. Pinkhof (1923)
(sonus, toon), instrument om het gehoor, in het bijzonder het vermogen tot onderscheiding van verschillen in toonhoogte te meten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: