Wat is de betekenis van sol?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOL

I. (van solutio), v. (-s, -en), colloïde in dun vloeibare toestand: naar het oplosmiddel spreekt men van hydrosol, alkosol enz. II. v. (-len), (muz.) vijfde toon der natuurlijke toonschaal, G. III. in de veroud. uitdr. sol over bol, hals over kop; ook: kris kras door elkaar. IV. v. (-s), 1. munteenheid in Peru; 2...

2025-07-24
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

sol

zool; mensol, verzolen.

2025-07-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Sol

Zie Solke

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sol

sol - Zelfstandignaamwoord 1. (n) een colloïdale oplossing. Een goudsol bevat gouddeeltjes ter grootte van enige nanometers. 2. (f)/(m) (muziek) een bepaalde muzieknoot tussen fa en la De toon sol is de vijfde toon van een toonladder...

2025-07-24
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

sol

sol - Munt van Peru.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sol

1. [afk. van solutio, zie solutie] zn (chem.) colloïdale oplossing in niet-samenhangende vorm (tegenover gel, z.a., in samenhangende vorm). Een sol in water heet hydrosol, in gas aërosol, in vaste stof pyrosol. 2. (muz.) 5e toon van de diatonische (...

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sol

muzieknoot; munteenheid van Peru

2025-07-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

sol

zie colloïde.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

sol

Muntstuk ter waarde van 0.05 of 0.10 BF, sou; thans vooral nog in de verb. geen sol waard, geen stuiver waard. Als ’t dan avond was en hij ... de sollen en centen kon uittellen, THIRY, Meester Vindevogel 109 (1924). Als Pastoor Bonnefooie preekt dat ieder half solleke in den offerblok een jaar aflaat waard is, dan zegt Bellemoe...