Wat is de betekenis van soemkoef?

2025-07-21
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

soemkoef

(1906) (ook: soenkoef) (Barg.) politieagent. Herkomst onzeker. Wellicht via Jiddisch. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Je ziet hoe hun ongeschoren, magere kaken den wrok wreed verbijten; dat ze 't nauw' verslikken in hun lange, knokige zwerversstrotten, en hoe valsch de oogen naar ons schichten, wijl ze schamper smoezelen ond...

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Soemkoef

(Barg.) politie

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

soemkoef

soemkoef - v., (argot) politie.

Gerelateerde zoekopdrachten