sobék
gescheurd; roti sobék, brood in plakken (eraf te trekken); menjobék, (’n stukje af)scheuren.
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
Egyptische god, vereerd in de vorm van een krokodil of van een mens met de kop van een krokodil. Hij werd op verschillende plaatsen vereerd, o.a. in het Fajoem, in de Delta (Saïs) en in het Z. (Kom-Ombo). Ook deze god werd, als alle andere, met de Zonnegod Rē vereenzelvigd (Sobk-Rē). De Griekse vorm van de naam luidt Soechos.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: