SNIBBIG
bn. bw. (-er, -st), bits, vinnig, inz. van vrouwen en hun uitingen : een snibbig wijf ; een snibbig ding ; snibbig spreken, antwoorden; — snibbig kijken,kwaad.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), bits, vinnig, inz. van vrouwen en hun uitingen : een snibbig wijf ; een snibbig ding ; snibbig spreken, antwoorden; — snibbig kijken,kwaad.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
fel en nijdig; geprikkeld en afgemeten. fel en nijdig; geprikkeld en afgemeten; bits; vinnig; op bitse, vinnige wijze. Voorbeelden: De onderwijzer, vagelijk aangeduid als iemand die in zijn jeugd traumatische klappen kreeg, is door de auteur kennelijk bedoeld als degene die bij die twee echtelieden iets moet openbreken. Maar omdat de...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., snibbich, snippich, fits; — antwoorden, snibje; — meisje, snib (it), snip, nibbe, nibke (it), fûlekaen, pilekaen.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) [sneb] scherp van taal, bits, vinnig : een meisje. ding; antwoorden. Syn. → bijtend.
J.H. van Dale (1898)
SNIBBIG - SNEBBIG, bn. bw. (-er, -st), bits, vinnig (inz. van vrouwen): een snibbig wijf; een snibbig ding; snibbig spreken, antwoorden; snibbig kijken, kwaad. SNIBBIGHEID, v. (...heden), bitsheid, vinnige uitdrukking.
I.M. Calisch (1864)
Snibbig, bn. en bijw. (-er, -st), bits, vinnig, (inz. van vrouwen). *-HEID, v. (...eden), bitsheid, vinnige uitdrukking.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: