SNEU
I. v. (-en), dwarslijntje van een beug : de sneuen staan 3.20 m uit elkaar. II. bn. bw. (-er, -st), 1. teleurstellend, hard, jammer : dat ivas sneu voor hem ; 2. (w. g.) teleurgesteld : sneu kijken.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. v. (-en), dwarslijntje van een beug : de sneuen staan 3.20 m uit elkaar. II. bn. bw. (-er, -st), 1. teleurstellend, hard, jammer : dat ivas sneu voor hem ; 2. (w. g.) teleurgesteld : sneu kijken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2017)
Sneu - beroerd, gemeen, min, teleurstellend. Sedert het begin van de 20ste eeuw. Dialectvorm van snood?
M. J. Koenen's (1937)
I. bn., bw.: dat was sneu voor hem, teleurstellend; hij keek wat sneu, op zijn neus. II. v. sneuen (dwarslijn der beuglijn).
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) [snood] 1. teleurstellend : dat was voor hem. 2. beschaamd, verlegen : kijken.
Instituut voor de Nederlandse taal
sneu bn. (NN) 'jammer' categorie: waarschijnlijk substraatwoord Nnl. in de teleurstelling, het was wel wat 'sneu', - was, goddank, niet al te pijnlijk [1895; Leeuwarder Courant]; Hij keek sneu en z'n blik zwierf onrustig rond [1906; iWNT zenuw], maar dat vonden ze al te ongezellig, te sneu voor papa [1909...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: