Wat is de betekenis van Smullen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMULLEN

(smulde, heeft gesmuld), 1. met welbehagen eten, zich flink te goed doen : van iets smullen; achter de gordijntjes smullen, zich in stilte te goed doen; 2. (oneig.) aan, van iets smullen, iets, vooral iets grappigs, met bijzonder genoegen horen, lezen ; zich er in verkneukelen.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smullen

smullen - regelmatig werkwoord uitspraak: smul-len 1. met smaak opeten omdat het lekker is ♢ we zaten echt te smullen van die heerlijke taart 2. ergens veel plezier aan beleven ♢ ik zat te smull...

2025-07-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Smullen

dat wordt -, dat wordt erg leuk. Modieuze uitdr. (vooral populair onder journalisten), die eindjaren zeventig voor het eerst opdook. Let op, de volgende ‘prominent’ wordt Henk van Os, de directeur van het Rijksmuseum, die een link gaat leggen tussen de electronic superhighway en de oude meesters. Hmm, dat wordt smullen! (HP/De Tijd, 03/11/95) Leu...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Smullen

v., smûz(j)e, meure, banketearje, skrânz(j)e, (de kiel) smarre, to gast gean, op ’e gast gean, gasterearje; — en brassen, gastje en brasje, tarre en smarre.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smullen

smulde, h. gesmuld (lekker eten): fig. van iets plezier in iets hebben, zich (heimelijk of in stilte) er aan te goed doen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smullen

('smullən) (smulde, heeft gesmuld) 1. lekker eten : ’t is om van te -. → gordijn. Syn. → brassen. 2. plezier, vermaak hebben : van iets -.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

smullen

smullen ww. 'met welbehagen eten' Vnnl. smullen 'met welbehagen tot zich nemen' in Of icse noode, en zaudse niet willen commen smullen? 'als ik haar uit zou nodigen, zou ze dan niet willen komen smullen?' [begin 16e eeuw; MNW], wilt niet dyncken dan om te smullene 'wil nergens anders aan denken dan aan smull...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SMULLEN

SMULLEN - (smulde, heeft gesmuld), lekker eten, brassen : 't is om aan te smullen; — achter de gordijntjes smullen, zich in stilte te goed doen; — morsig eten (inz. van kinderen). SMULLING, v. gesmui.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Smullen

zie Brassen.