Wat is de betekenis van smoeren?

2025-07-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

smoeren

(smoerde, heeft gesmoerd), 1. langzaam gaar koken; smoren. Vis lekker gebakken, met een vleugje zuuroranje , zout en peper. Mooi gebraajen, mooi gesmoerd (Cairo 1980b: 126). 2. weken (wasgoed). Dan werk je 's avonds en soms na middernacht als een razende aan de hemden , die al de hele dag in de Biotex hebben liggen smoeren (Shrinivasi 1968: 34...

Gerelateerde zoekopdrachten