smak (val)
m. (-ken; -je) het smakken (I) 1. (I 1) W. g. worp. 2. (I 2 b) worp met dobbelstenen. 3. (II) a. harde slag, val, bons : een doen. b. Algm. slag : de deur vloog met een dicht.
Jozef Verschueren (1930)
m. (-ken; -je) het smakken (I) 1. (I 1) W. g. worp. 2. (I 2 b) worp met dobbelstenen. 3. (II) a. harde slag, val, bons : een doen. b. Algm. slag : de deur vloog met een dicht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: