Val
m. (-len), I. het neervallen uit een hoger gelegen punt in (nagenoeg) verticale richting tengevolge van de werking der zwaartekracht; 1. het vallen uit de hoogte: de val der sneeuwvlokken; de val van Icarus; — (nat.) beweging die niet-ondersteunde lichamen in verticale richting aannemen door de werking van de zwaartekracht: d...