Wat is de betekenis van slaaptijd?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slaaptijd

m.(-en), 1. tijd voor de slaap bestemd; 2. tijd om te gaan slapen.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

slaaptijd

slaaptijd - Zelfstandignaamwoord 1. het tijdstip dat je gaat slapen, of een duur van het slapen Deskundigen zeggen dat je een slaaptijd van 8 uur per dag nodig hebt. Woordherkomst samenstelling van slaap en tijd

2025-07-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

slaaptijd

(de), tijd waarop men pleegt te slapen. De vergaderden nu opgewonden volgen het bevel niet dadelijk op, maar na een nieuwe stemverheffing, die de hele buurt zou wakker geschrikt hebben als het al ‘slaaptijd’ was, met de bedreiging van ‘50 cents boete’ en ‘de negerpoort uitgeschopt’ komt er enige kalmte in de ge...