sla(ai)bek
iemand met een grote mond. In Amsterdam wordt al sinds het begin van de twintigste eeuw een grote mond een slabek, een slasmoel of een slamond genoemd. We vinden het woord in die betekenis bijvoorbeeld terug bij de volksschrijver Querido (De Jordaan, 1912). Eind jaren negentig stond er nog in de Nieuwe Revu: ‘Ik zie jou met die grote slasmoel...