sjap(pie)
(afkorting van sjapp(i)etouwer; daarnaast sjappie, dat een verkleinw. van sjap, maar ook een andere verkorting van sjappietouwer kan zijn), iemand zonder manieren of beschaving; Geen duit fleurigheid in haar eigen stomme, drukke buurt. Het stonk er eeuwig en niks dan chappies zwabberden om je heen, QUERIDO 2, 60.