Wat is de betekenis van sirih?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sirih

(Mal.), m., 1. naam van bep. soorten van het geslacht Piper, inz. P. betle, de betelplant. 2. genotmiddel, door de bewoners van de Oostindische Archipel veel gebezigd (gekauwd), bestaande uit met kalk ingesmeerde betelbladeren, een stukje pinang of arekanoot en gambir.

2025-07-28
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

sirih

1) sirih, Piper Betle; sirih masak, klaargemaakte sirihpruim; uang sirih, fooi; sirih pulang kegagang, z’n bestemming (her-)vinden; 2) M menjirih(i), aanbieden aan, presenteren aan; menjirihkan (rokok, ’n sigaret) aanbieden.

2025-07-28
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

sirih

sirih [bepaalde plant]. Maleis sirih, komt ook voor in samenstellingen als: sirihdoos, sirihpruim, enz. [Zie ook betel.]

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sirih

[Mal.] bep. Indische plant; bladeren daarvan (waarvan met andere ingrediënten de sirihpruim bereid wordt).

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sirih

Indische plant; genotmiddel (als pruim gekauwd)

2025-07-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

sirih

(Ind.), zie betelnoot.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sirih

betelbladeren met een stukje gambir, een stukje pinangnoot en met kalk bestreken als pruim gekauwd.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Sirih

(vuig. Mal.) is de sirih-plant (Piper belle L.), waarvan de jonge bladeren vers gebruikt worden bij het sirih-(betel-) kauwen of pruimen. In de Molukken gebruikt men i.pl.v. het blad stukjes van de onrijpe vruchtaren van de var. siriboa, sirih-boewah. Het sirih-kauwen of pruimen is een oeroud genotmiddel van trop.Az.. de hoofdbestanddelen van de si...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sirih

alg. naam voor pepersoorten waarvan bladeren en/of vruchten gekauwd worden (o.a. betelpeper*). S.-pruim: met kalk bestreken bladeren waarin stukje gambier en pinangnoot gewikkeld worden, gekauwd tegelijk met een beetje tabak. S.-plant ook gebruikt in inlandse geneeskunde.