Sinus, afk. sin
[Lat. = bocht, kromming, plooi, boezem] 1 boezem, zeeboezem; 2 (in Hindoe-wiskunde ardha jiwa = halve koorde, in Arab. dsjib, zonder klinker geschreven dsjb. De Latijnse vertaler las dsjaib = zeeboezem, en vertaalde onjuist door sinus] - van een hoek, tegenoverliggende rechthoekszijde gedeel...