Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūtis, f. 1. eig., slavernij, slavenstand, alqm in servitutem abducere, Cic., esse in servitute, Cic., servitutem servire, Cic.; (van een stuk grond) servituut, fundo servitutem imponere, Cic. | overdr., in ‘t alg. = dienstbaarheid, onderworpenheid, gehoorzaamheid, muliebris, van een vrouw tegenover haar man,...
Stephanus Axters (1937)
1. Slavernij. 2. Dienstbaarheid, POTTERS IV, 156 (RECHT). Servitus activa, Heerschende erfdienstbaarheid BELLEFROID 281. Servitus altius non tollendi, Erfdienstbaarheid van verbod om hooger te bouwen, BELLEFROID 281. Servitus apparens, Zichtbare erfdienstbaarheid, BELLEFROID 281. Servitus continua, Voortdurende erfdienst...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Rom.-rechtel. term voor slavernij. Voorts: last drukkend op een goed en inhoudend een gebruiksen/of genotsrecht van zakenrechtelijken aard ten behoeve van een erf (➝ Erfdienstbaarheid) of van een persoon (persoonlijke dienstbaarheid: recht van vruchtgebruik, van gebruik of van bewoning). ➝ Dienstbaarheid. Hermesdorf.
Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)
Servitus - 1) servituut, in den regel zakelijke rechten, die men op eens anders grond of erf heeft en waarvoor zoodanig erf dienstbaar is. Men onderscheidde ze in servitutes praediorum rusticorum, die op landerijen rustten, en servitutes praediorum urbanorum, op gebouwde eigendommen. Tot de eerste, die res mancipi (z. a.) zijn, behoorden: actus, he...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
