schusterdruif
(de, -druiven), (uitspr. sjoes’ter-), 1. gekweekt, laag boompje met bijna cirkelronde bladeren, lange trossen van witte bloempjes en ronde vruchten, oorspr. uit andere delen van tropisch Amerika (Coccoloba uvifera, Mierenhoutfamilie). Ook van de wortelbast [van goejave] wordt bij buikaandoeningen eenzelfde gebruik gemaakt, vaak samen met de b...