Wat is de betekenis van schot (afscheiding)?

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schot (afscheiding)

o. (-ten; -je) [met planken beschieten] 1. Eig. meestal houten afsluiting : een vertrek door -ten in kamertjes afdelen; een los, vast, verplaatsbaar -; een op een schip; een -(je) voor iets schieten, schuiven, steken, het beletten. 2. Metn. afgesloten ruimte, hok, kooi : een voor varkens, schapen; een kinderen, een groot aantal kinderen in een gez...