Schors v./m. (-en)
1. cortex, het onder de opperhuid gelegen buitenste deel van de primaire stengel van een plant; 2. buitenste laag van iets; (anatomie) cortex, de buitenste laag van een orgaan: schors glandulae suprarenalis, bijnierschors: de schors van de hersenen; schors van de nier; (fig.) een gevoelig hart onder een ruwe schors. Schors dient goed onderscheiden...