Wat is de betekenis van Scherpen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scherpen

(scherpte, heeft en is gescherpt), 1. scherp of scherper van snede of van punt maken, slijpen, wetten: een zwaard, een zaag scherpen;een zeis scherpen, haren; een potlood scherpen, aanpunten ; — de kat scherpt haar nagels ; — (Zuidn.) zijn tanden op iets scherpen, er gretig naar zijn; 2. e...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

scherpen

scherpen - regelmatig werkwoord uitspraak: scher-pen 1. het zo maken dat je er goed mee kunt snijden ♢ hier kun je messen laten scherpen 1. je verstand scherpen [het oefenen door over moeilijke pro...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Scherpen

v., skerpje, slypje, hotsje, oansette; de zeis —, seineharje.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scherpen

scherpte, h. (1, 2, 3, 4), i. (5) gescherpt (1 scherp van snede maken, slijpen, wetten, aanzetten; 2 puntig maken; 3 op scherp zetten; 4 fig. scherpzinniger of fijner van waarneming maken, opscherpen, opwekken; 5 zeew. tegenlopen); 1. een bijl, een zeis scherpen; een molensteen scherpen, zie billen; 2. een stok, een pin scherpen; 3. een paard scher...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scherpen

('scherpen) (scherpte, gescherpt) I. (heeft) 1. scherp van snede of punt maken: een mes, een potlood -. ➝ pen. Syn. ➝ aanzetten. 2. op scherp zetten: paarden -. 3. pijnlijker maken: dat scherpte de vinnigheid van de aanvallen. 4. krachtiger prikkelen: de honger -. 5. scherpzinniger maken: de geest zich op iets er zijn aandacht biezonde...

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Scherpen

(scherpte, heeft en is gescherpt), 1. scherp of scherper van snede of van punt maken, slijpen, wetten: een zaag scherpen; een potlood scherpen, aanpunten; de kat scherpt haar nagels; 2. een molensteen scherpen, billen, ruw maken (het kaardbeslag van een kaardmachine); 3. een paard scherpen, met gescherpte hoefijzers beslaan, scherp zetten; 4. vinni...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Scherpen

Scherpen - (scherpte, heeft en is gescherpt), slijpen, wetten, aanzetten, scherp maken: scharen en messen slijpen; —eene zeis scherpen, haren; — een scheermes scherpen, aanzetten; — billen : een molensteen scherpen; — ruw maken (het kaardbeslag eener kaardmachine); — een paard scherpen, met gescherpte hoefijzers be...

2025-07-25
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Scherpen

o.w. - Tegen loopen. De wind begint te scherpen (uit een verkeerden hoek te waaien).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

scherpen

Acuere, exacuere, asperare, exasperare, acuminare: exterere aciem.