Schenken
(schonk, heeft geschonken), (gew. en Zuidn.) SCHINKEN, 1. uit-, overgieten (uit een daartoe ingericht vat): melk in de vaten schenken ; — (in 't bijz.) de genoemde drank in glazen, bekers of kopjes gieten; (bij uitbr.) de genoemde drank voordienen : wijn, bier, water, koffie, thee schenken; — in het klein verko...