Schein
mooi; Nieuwhoogduits schön.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
schijn; glans, luister; officieel of geldswaardig papier (getuigschrift, bewijsstuk; kwitantie, biljet, bankbiljet); neuer, alter, voller Schein, nieuwe oude, volle maan; dem Scheine nach, naar de schijn, schijnbaar; blaue und rote Scheine, blauwe en rode bankbiljetten; um einen Schein blasser, een ietsje bleker.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Hagers (1910)
Schein - (Dtsch.), een schriftelijk bewijs, waarin de ontvangst van geld of andere voorwerpen erkend wordt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: