Wat is de betekenis van Scheepje?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheepje

o. (-s), 1. klein schip; — schip als iets. kleins, zoals het zich uit de verte vertoont; — (zegsw.) het scheepje van {St.) Petrus, de R.-K. Kerk; — 't zijn scheepjes met zure appelen, die wolkjes voorspellen regen of een geduchte storm; — op het wel aflopen van het scheepje, oudhollandse dronk op de...

2025-07-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

scheepje

1.zie weverij; 2. zie naaimachine.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheepje

('sche:pjə) o. (-s) vklw. van ➝ schip.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Scheepje

Scheepje - o. (-s), verkleinw. van schip; (zeet.) *t zijn scheepjes met zure appelen, die wolkjes voorspellen een geduchten storm; — op het wél afloopen van het scheepje, Oudhollandsche dronk op de voorspoedige bevalling eener zwangere vrouw.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)