Scharrelaar
m. (-s), 1. iem. die scharrelt; die zich moeilijk of onbeholpen voortbeweegt; slecht schaatsenrijder; 2. iem. die nu eens dit, dan weer dat ter hand neemt om zijn brood te verdienen: het is zo'n scharrelaar; — iem. die slechts met moeite in zijn onderhoud voorziet; 3. iem. die er op uit is ongeregelde en onernstige liefdesbetrekk...