Schar
v. (-ren), een in de Noord- en Oostzee gewone kleine platvis (Pleuronectes limanda), die veel overeenkomst heeft met de bot en gedroogd gegeten wordt.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-ren), een in de Noord- en Oostzee gewone kleine platvis (Pleuronectes limanda), die veel overeenkomst heeft met de bot en gedroogd gegeten wordt.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
kleine bruine platvis. vrij kleine, bruine platvis die veel in de Noordzee voorkomt. Voorbeelden: De bovenkant van de schar is geelbruin van kleur, de onderkant grauwwit. Schar wordt nogal eens gerookt aangeboden, een delicatesse. Aan boord van de vissersschepen wordt schar gezouten en vervolgens gedroogd. Schar is een magere vis. Be...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Meindert Schroor PhH (2016)
(Skar of sker, ook schaar en scheer). Perceel of aantal bijeen liggende percelen grasland waarvan de eigendom meestal over verschillende personen was verdeeld of tot een gemeenschap behoorde. In dat laatste geval werd van een meenscha(a)r, meenscheer of miensker, gesproken. Dergelijk land, meestal vrij ver van de kern van het dorp gelegen, was onve...
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Zoutwaterplatvis en behorende tot de kleinere platvissoorten. Is het gehele jaar verkrijgbaar.
Van Onck (1972)
Schar - De schar kan gemakkelijk onderscheiden worden van schol en bot. Schar (Limanda limanda) ziet er ruw uit en voelt aan als fijn schuurpapier. Kan ong. 40 cm worden bij een gewicht van 700 gram, maar een schar van 30 cm is al een behoorlijke buit. Paaitijd van januari— augustus. Een zeer smakelijke vis en uitzonderlijk vraatzuchtig. Komt...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
(Fr.: skar, sker), a. eigendomsaandeel in wei- of hooiland; b. gebruiksaandeel in een meenschar of een particuliere finne, nl. het recht om er een koe in te scharen gedurende het weideseizoen; c. landmaat voor weiland als zodanig synoniem van koegras (in de Zuidwesthoek: hoofd) - en voor hooiland (ca. anderhalve pondemaat). Het woord S. in vele Fr....
Winkler Prins (1949)
(Pleuronectes limanda) of Ruwe schol beh. tot de Platvissen. Bovenzijde bruin. Zeevis, op zandige of steenachtige bodem. Vnl. gedroogd, ook wel gerookt gegeten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: