Wat is de betekenis van Samenscholing?

v. (-en). 1. het samenscholen ; volg. W. v. Strafr. a. 18G een misdrijf waaraan men zich schuldig maakt als men, bij een oploop, zich niet onmiddellijk na het derde door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel verwijdert; 2. samengeschoolde menigte.

het op straat samenkomen van groepen personen. Men wordt wegens deelneming aan samenscholing gestraft indien men zich bij gelegenheid van een volksoploop opzettelijk niet onmiddellijk verwijdert na het derde, door de politie gegeven bevel.

s., kloft, kliber, mannichte.

is het zich niet verwijderen bij gelegenheid van een volksoploop na het derde daartoe gegeven bevel. Sanctie: gevang, tot 3 maanden of geldboete tot ƒ 600,—.

is het misdrijf aan de deelneming waarvan degeen zich schuldig maakt, die opzettelijk bij gelegenheid van een volksoploop zich niet onmiddellijk verwijdert na het derde door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel. De voksoploop moet plaats hebben op de openbare weg. Onder bevoegd gezag dient te worden verstaan het met de handhaving van orde en...

v. samenscholingen: samenscholingen van meer dan drie personen.

ontstaat, wanneer 3 of meer personen bijeenkomen en op nadrukkelijk bevel v/e autoriteit niet uiteengaan.

v. (-en) 1. Eig. het samenscholen. 2.Metn. samengeschoolde menigte inz. met kwade bedoelingen.

Samenscholing - Wie opzettelijk bij gelegenheid van een volksoploop zich niet onmiddellijk verwijdert na het derde door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel, wordt, als schuldig aan deelneming aan samenscholing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 3 maanden of geldboete van t. h. ƒ 600 (art. 186 Sr.). — Art. 184 Gem.wet geeft aan den...