Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Samenscholing

betekenis & definitie

v. (-en).

1. het samenscholen ; volg. W. v. Strafr. a. 18G een misdrijf waaraan men zich schuldig maakt als men, bij een oploop, zich niet onmiddellijk na het derde door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel verwijdert;
2. samengeschoolde menigte.

< >