Ruf
roep, schreeuw; beroeping (van professor, dominee); roep, reputatie; telefoonnummer; einen Ruf erhalten, beroepen worden; er steht im Ruf, hij heeft de naam, de reputatie.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
roep, schreeuw; beroeping (van professor, dominee); roep, reputatie; telefoonnummer; einen Ruf erhalten, beroepen worden; er steht im Ruf, hij heeft de naam, de reputatie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: