Wat is de betekenis van Rottenaar, rotter, rotteraar?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

rottenaar, rotter, rotteraar

(19e eeuw) (Barg.) verachtelijk persoon; klootzak; verrader. • Rottenaar, (barg.), verrader. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Rotteraar: verrader. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Het was hem zelf ook niet heel klaar waarom hij tusschen al die boosdoeners,...

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Rottenaar, rotter, rotteraar

(Bargoens) verachtelijk persoon; klootzak. Bij De Beer & Laurillard ook ‘verrader’. Het was hem zelf ook niet heel klaar waarom hij tusschen al die boosdoeners, die afdreigers en rotteraars, die schoreme gavvers bleef plakken. (Israël Querido, De Jordaan, 1912) Op eens roept er een van de vrouwenzaal: ‘Hou jullie nou...