Ril, geul
v. (-len), 1. (gew.) natuurlijke waterloop, wetering ; inz. in de kweldergronden ; 2. (gew.) geul door de regen in een losse bodem gemaakt; 3. (gew.) loopgraaf van een mol, mollerit; 4. (gew.) groeve, vore ; gleuf in de aarde, door de radkrans van een spoor- of tramwiel ingesneden ; 5. (sterr.) elk der lange y smalle groeven, aan de maanoppervla...