Wat is de betekenis van Rijtuig?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rijtuig

o. (-en), middel van vervoer op wielen, inz. ingericht voor het vervoer van personen : rijtuig houden ; eigen rijtuig hebben, koets en paarden hebben ; een rijtuig met vier paarden.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rijtuig

rijtuig - zelfstandig naamwoord uitspraak: rij-tuig 1. wagen die door een of meer paarden getrokken wordt ♢ de gouden koets is het rijtuig van de koningin 2. een van de wagens van trein of tram ...

2025-07-28
Begrippenlijst Prorail

Prorail (2016)

Rijtuig

Een rijtuig is een spoorvoertuig zonder eigen tractie en bestemd om personen (incl. hun bagage) te vervoeren.

2025-07-28
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Rijtuig

Het symbool van paard en wagen brengt ons naar een oase van rust. Met andere woorden: Het rijtuig symboliseert de behoefte van de psyche naar harmonie en ontspanning.

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

rijtuig

rijtuig - Te gebruiken voor voertuigen met wielen die worden getrokken door paarden en vooral worden gebruikt om mensen op een comfortabele manier te vervoeren.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rijtuig

s.n., rydtûch (it); paard en —, reau (it); paard envan boeren, boerereau (it).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rijtuig

o. -en; (particulier) voertuig door paarden getrokken, voor personen: koets, vigilante, equipage; ook wel: voertuig, door stoom, electriciteit enz. bewogen: neem een rijtuig; een rijtuig met vier paarden.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rijtuig

('rij) o. (-en; -je) voertuig op wielen inz. voor personen : (paard en) houden ; een nemen; in een plaatsnemen; een open -; brik, coupé, dogkar, koets, landauer, viktoria, vigilante zijn soorten van -en; de -en van een trein; auto's en andere -en; het lamoen, de boom van een -; een dicht -, met kap; op eigen gaan, op zijn eigen ben...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Rijtuig

Naamwoord: rijtuig, open (dicht) rijtuig, voertuig, voiture (Zn.), rijwagen, wagen, reiswagen, menwagen, gerij, vehikel, spul, équipage, eenspan, tweespan, dubbelspan (Zn.), vierspan, zesspan, achtspan, langspan, kar, bak, woonwagen, wooncaravan, slaapwagen, hittewagen, pedati, ossewagen, hondekar, hondewagen, bokkewagen, ezelwagen, d...