Riem (roeispaan)
m. (-en), (ook: roeiriem, roeispaan), stok met aan het eind een blad om te roeien: aan de riemen zitten, bezig zijn met roeien; dubbele riemen, waarbij twee roeiers op een zelfde bankje kunnen zitten; enkele riemen, waarvan het eind binnenboords hiertoe te lang is; men moet roeien met de riemen die men heeft, men moet zich behelpen met de beschikba...