Wat is de betekenis van Richter?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Richter

m., I. 1. (-s), die een vuurwapen richt; 2. (-en) (veroud.) rechter ; — (bijb.) bestuurder, regeerder ; inz. een van de mannen die in het tijdvak tussen de intocht der Israëlieten in Kanaän en dat der koningen als redders en bestuurders van het volk zijn opgetreden : het boek der Richteren, een van de boeken v. h. O. T. II....

2025-07-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Richter

Friese naam, mogelijk een afleiding van Richard.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Richter

Richter - Eigennaam 1. (natuurkunde), (eenheid) naam van een schaal voor de kracht van aardbevingen De kracht van aardbevingen wordt vaak uitgedrukt in een getal (van de schaal) van Richter. Woordherkomst Charles Francis Richter (1900 -1985), Amerikaans natuurkundige en seismoloog...

2025-07-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

richter

(zn) loopplank HP.

2025-07-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

richter

Kijk onder belader*. De vuilnisman is een ‘richter’ geworden, al zullen Bruining en Van den Berk nooit moeite hebben met ‘vuilnisman’. Elsevier, 29-04-2000

2025-07-26
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Richter

Rechter in verschillende gerechten vóór 1811. Zo was er in het gerecht van Selwerd en Sappemeer de richter van Sappemeer en kende Westerwolde een richter in Wedde en een in Bellingwolde en Blijham.

2025-07-26
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Richter

m Fri. naam, mogelijk een afleiding van Richard.

2025-07-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Richter

rechter; scheidsrechter; das Buch der Richter, het Boek Richteren.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Richter

Hans (1843-1916), Oostenr. dirigent uit de kring om Richard Wagner. Jean Paul Fr., bekend als „Jean Paul” (17631825), Duits dichter, in zijn tijd de meest gelezen auteur, nog altijd een der grootste meesters van het Duitse proza, dweper van beurtelings ironische of cynisch-vertwijfelde stemmingen en zelfbespiegelingen, bezinger van vrou...