Wat is de betekenis van repliëren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Repliëren

(replieerde, heeft gereplieerd), (<Fr.), 1. weer samenvouwen; 2. (milit.) zich terugtrekken.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Repliëren

weer samenvouwen ; dichtslaan; terugdeinzen

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

repliëren

weder samenvouwen; zich ~. x terugtrekken, terugdeinzen.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

repliëren

gereplieerd (Fr. weder samenvouwen; refl. mil. terugtrekken, -deinzen).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

repliëren

(rəpli'e:rən) (replieerde, heeft gereplieerd) [Fr.] 1. weder samenvouwen. 2. z i c h –, Mil. terugtrekken.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Repliëren

[Fr.] (replieerde, heeft gereplieerd), 1. weer samenvouwen; 2. (militaria) zich terugtrekken.

Gerelateerde zoekopdrachten