Wat is de betekenis van repetitor?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Repetitor

(Lat.), m. (-s, -en), herhaler ; inz. iem. die met studenten de leerstof voor een bep. vak doorneemt om hen voor een examen klaar te maken.

2025-07-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

repetitor

Repetitor is degene die een bestaande dans met de dansers instudeert en oefent. Bij een nieuwe dans ondersteunt de repetitor de choreograaf door 'de dans schoon te maken', d.w.z. zuiver uit te voeren.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Repetitor

[modern Lat.] 1. pers. die tegen betaling met een student examenstof doorneemt (repeteert); 2. leider van de oefeningen van een orkest of koor.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Repetitor

repetitieleider van een koor of orkest; iemand die met studenten leerstof doorneemt ter voorbereiding van een tentamen; repeteertoestel (telefonie)

2025-07-25
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

repetitor

musicus die de koren instudeert en als assistent van de operadirigent optreedt.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Repetitor

iemand die met scholieren of studenten de leerstof voor een examen repeteert

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Rĕpĕtītŏr

ōris, m. terugvorderaar, -eiser.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

repetitor

(Lat.) m. 1 iemand, die de colleges v. e. professor met studenten repeteert; 2 leider der oefeningen v. h. koor v. e. opera.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

repetitor

m. (Lat.) repetitores, (Ned.) repetitors, repetitoren (Lat. iem., die de colleges van een hoogleraar met een student repeteert; herhalend leermeester bij een hogeschool; leider bij het instuderen van stukken aan het toneel).