remove
I. verplaatsen, verleggen, verzetten, verschuiven; [in een hogere klasse] doen overgaan; verwijderen, afvoeren [v. lijst]; wegbrengen, wegzenden, ontslaan, afzetten [hoed of ambtenaar]; uittrekken; uit de weg ruimen; verdrijven, wegnemen; opheffen; wegmaken, uitwissen; overbrengen [meubels]; verhuizen; be removed, overgaan; remove a boy from school...