Wat is de betekenis van Reformator?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reformator

(Lat.), m. (-en), hervormer, geloofszuiveraar.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Reformator

[Lat.; zie reformateur] (godsdienst)hervormer.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Reformator

hervormer (van het geloof)

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

reformator

kerkhervormer.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Reformator

hervormer, kerkhervormer.

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Reformator

hervormer.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

reformator

m. (kerk)hervormer.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

reformator

('ma:tor) m. (-s, -en) (spr. 'to:rən) [Lat.] hervormer.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

reformator

[Lat.], m. (-en, -s), hervormer, m.n. op het gebied van de kerk, het geloof en/of het godsdienstig leven. In tegenstelling tot de godsdienststichter ligt bij de reformator het accent op de terugkeer tot een zijns inziens klassieke beginperiode van de desbetreffende godsdienst. Hij spreekt daarom ook mipder dan de stichter ‘op eigen gezag&rsqu...