rector (rektor)
[Lat., bestuurder], m. (-en, -s), 1. hoofd van een Ned. school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; 2. voorzitter van een studentencorps; 3. (R.-K. Kerk) geestelijk leider van een klooster of gesticht; hoofd van een niet-parochiale kerk; 4. bestuurder van een universiteit of hogeschool.