Wat is de betekenis van rasul?

2025-07-26
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

rasul

1 (de) gezant (van Allah); 2 apostel; kerasulan, apostelschap, apostolaat.

2025-07-26
Kleine woordentolk der geesteswetenschappen

A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)

RASÛL

(arab) Godsgezant.

2025-07-26
Woordenboek Marokkaans Arabisch - Nederlands

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press