Wat is de betekenis van rake?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rake

v. (-n), (gew.) hark.

2025-07-26
Formule 1

Mischa Bijenhof (2022)

Rake

Hellingshoek van de auto ten opzichte van het wegdek. De rake - een Nederlands woord bestaat vooralsnog niet - is een van de belangrijkste parameters in het ontwerp van een Formule 1-auto. Rake is het verschil in rijhoogte tussen de voor- en de achterkant van de auto. Een auto met veel rake heeft aan de achterkant meer bodemspeling dan aan de voork...

2025-07-26
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

rake

(de; -s)-hark range → driving range

2025-07-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

rake

(de, mv.?), (uitspr. E: reek), bosopschoonblad, een zeer groot, harkvormig instrument dat aan de voorzijde van een zware tractor bevestigd kan worden en dan dient voor het verschuiven van boomstammen en dergelijk zwaar afval. Binnen de rooibreedte van 25 m worden allereerst alle bomen met een treedozer omver geduwd en met een rake terzij geschoven...

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rake

I. lichtmis, losbol, roué. II. 1. hark, krabber, rakelijzer; 2. harken, rakelen, (bijeen)schrapen, verzamelen; 3. af-, doorzoeken, -snuffelen; 4. enfileren; bestrijken; overzien, de blik laten gaan over; rake in, opstrijken [geld]; rake out, 1. uithalen [’t vuur]; 2. opscharrelen [iets]; rake up, bijeenharken, -schrapen, verzamelen; ra...

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rake

RAKE v. (-n), (gew.) hark.