Radscheen
RADSCHEEN v. (...schenen), scheen van een rad, ijzeren plaat die op de veilingen wordt gespijkerd; ...SCHIJF, v. (schijven), rad in de gedaante van eene schijf.
J.H. van Dale (1898)
RADSCHEEN v. (...schenen), scheen van een rad, ijzeren plaat die op de veilingen wordt gespijkerd; ...SCHIJF, v. (schijven), rad in de gedaante van eene schijf.
I.M. Calisch (1864)
Radscheen, v. (...enen), *...SCHIJF, v. (...ven), beslag van een wiel. *...SPAAK, *...SPEEK, v. (...aken, ...eken), spaak tusschen de as en het rondeel van het rad. *..SPARRE, v. (-n), remketting; schepbord (in het rad van eenen watermolen). *...VELGE, v. (-n), rand van een rad die beslagen wordt. *...VORMIG, bn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: