pudor
ingetogenheid, schaamtegevoel, zedigheid
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ōris, m. 1. schaamtegevoel, schaamte, vand. ook = schuchterheid, pudor meus, Cic., famae (sc. malae), voor enz., Cic., pudor est (mihi) referre, ik schaam mij te enz., Ov.; achting, eerbied, patris, voor enz., Ter.; rechts-, eergevoel, nauwgezetheid, homo summo pudore, Cic.; kuisheid, ingetogenheid, oblita pudo...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: