Wat is de betekenis van Pub?

2025-07-21
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

pub

(zelfstandig naamwoord) [alg.] café, kroeg - Een café in Engeland wordt daar niet zo genoemd, maar het is en blijft een kroeg.

2025-07-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pub

pub - zelfstandig naamwoord 1. Engels café ♢ de Engelse pubs sluiten meestal om 11 uur Zelfstandig naamwoord: pub de pub de pubs

2025-07-21
Internet woordenboek

Ensie (2001)

pub

Vrij toegankelijke directory op een FTP-server waarin bestanden zijn opgeslagen die door gebruikers kunnen worden opgehaald.

2025-07-21
Bierwoordenboek

Bierwoordenboek.nl (2017)

Pub

Een pub is een Engelse afkorting van; public house.

2025-07-21
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pub

[Eng.; afk. van public house = openbare gelegenheid] Eng. herberg, kroeg.

2025-07-21
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pub

Engels café

2025-07-21
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pub

zie public house.

2025-07-21
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

pub

(Eng.) herberg, kroeg.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

pub

pub zn. 'Brits of Iers café' categorie: leenwoord Nnl. pub 'Brits café' in dat men in Londen om de paar huizen een pub (kroeg) en een kerk ontmoet [1920; Groene Amsterdammer], pub 'herberg, kroeg' [1939; Kramers II]. Ontleend aan Engels pub 'café, bar, kroeg' [1859; OED], verkorting van public house...