Psalm
(<Lat.-Gr.), m. (-en), 1. elk der 150 liederen van de Israëlieten, zoals die in het O.T. staan opgetekend, of zoals zij vertaald in de Christelijke kerken gezongen worden: het Boek der Psalmen; — (oneig.) (bij de marine) psalmen zingen, op maat en vaak onder gezang de houten dekken schuren met stenen en zand; — ...