Wat is de betekenis van Provençaals?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Provençaals

I. bn., uit, van de Provence of de Provencalen; II. zn. o., vroegere zelfstandige taal van het Zuiden van Frankrijk, thans een dialect.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Provençaals

Provençaals - Bijvoeglijk naamwoord 1. Met betrekking tot de Provence Provençaals - Zelfstandignaamwoord 1. (taal) vorm van het Occitaans, gesproken door 354 500 mensen in Frankrijk, Italië en Monaco Woordherkomst afgeleid van Provence met het achtervoegsel -aal

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Provençaals

taal, die in het zuiden van Frankrijk wordt gesproken.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Provençaals

van het oude Provence; o. taal van Provence, in Zuld-Frankrijk, nu een dialect.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Provençaals

1. bn., bw. (van Provence): de Provençaalse dichters; 2. o. (taal in Z.-Fr.). (g = s).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Provençaals

I. bn. van, in, uit Provence : Mistral is een dichter. 2. o. taal in Provence gesproken.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Provençaals

I. bn. en bw., in, uit, betreffende de Provence; II. zn., de Provençaalse taal. Het Provençaals is een Romaanse taal, gesproken in Frankrijk ten zuiden van de lijn die getrokken kan worden van de mond van de Gironde over Roanne, Angoulême, Montluçon, Saint-Étienne naar Menton. Reeds sinds het eind van de 11e eeuw...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)